In vijf afleveringen neemt Harm Walt u mee terug naar het Leerdam van de jaren zeventig. Hierin laat hij zien dat er door de jaren heen een hoop veranderd is in de stad, maar sommige stukjes nog zijn zoals het vroeger was. Een wandeling door de geschiedenis, langs de historische plekjes van Leerdam. Vandaag deel 1.
De wandeling door Leerdam verscheen in december 1997 in zijn geheel in 'Van Stad en Graafschap', orgaan van de historische vereniging Vrienden van Oud Leerdam.
Enkele Leerdammers met een geboortedatum variërend tussen 1920 en 1930 troffen elkaar op een decemberdag op de Hoogstraat, ongeveer bij de Nederlands Gereformeerde Kerk aldaar. Omdat zij rijkelijk vroeg waren voor hun afspraak besloten zij een wandeling door Leerdam te maken. En zo liepen zij over de Hoogstraat.
De huisjes tegenover de kerk zijn weg, maar de steeg naast het oude pakhuis van Kramer is er nog. Via de steeg kan men naar de steiger en komt dan uit op de Zuidwal. In die hoek is niet veel veranderd, uitgezonderd de geveltjes die wat opgeknapt zijn.
O ja, in een van die huisjes tegenover de kerk heeft Kees Planken lang gewoond. Het daarnaast liggende huis, waarin tijdens de laatste wereldoorlog NSB-ers woonden, is geheel verbouwd. De steeg aan de linkerzijde van de Hoogstraat is er niet meer. Door die steeg ging men vroeger naar de 'Bibliotheek van het Nut van het Algemeen'. Vanzelfsprekend is ook de bibliotheek er niet meer te vinden. Als ik het mij goed herinner is die destijds overgeplaatst naar het oude mannenhuis in de Nieuwstraat (het latere Politiebureau). Ook de smederij, waar op de deur een bord was aangebracht 'Onder toezicht gediplomeerde hoefsmid', is verdwenen. Er blijkt nu een kantoor in gevestigd te zijn.
Ook de uitdragerij van 'Van Duffelen' is er niet meer. De etalages zijn er nog, maar op de deur en de ramen staat nu met grote letters 'Turkse koffieshop'. Maar zowaar, op de hoek van de Hoogstraat-Markt is nog de winkel van Van Duffelen gevestigd. Aan de overzijde, hoek Hoogstraat-Grote Steiger, is nu Van Wijks bazar. Vroeger woonde daar Herman van Ameide. Hij en zijn moeder dreven daar een lappenwinkel en Herman ging, per fiets met een bagagedrager op het stuur, met ellenwaren de boer op. De andere hoek Hoogstraat-Markt is ook drastisch veranderd. Waar vroeger het café van Van Aalst was, waar je zo vanaf de Hoogstraat in de gelagkamer kon kijken, liggen nu boeken in de etalage. Het blijkt dat de zoon van de boekhandelaar op de Hoogstraat, die vroeger naast het café woonde, zijn zaak drastisch heeft uitgebreid.
En nu de zaak tegenover de boekwinkel, hoek Hoogstraat-Grote Steiger waar vroeger naaimachines voor het raam stonden. Deze is nu ingericht voor de verkoop van allerlei artikelen die bij allerlei wedstrijden van pas komen en waar eens het 'Balkengat' was, daar ligt nu de welvaart, of misschien voor velen 'de schuld', van Leerdam in de vorm van tientallen pleziervaartuigen.
Maar terug naar de Hoogstraat. Geen kazen meer in het pakhuis van De Stigter, later 'De Emka'. En ook de smederij van de oude Piet Geurs is weg. Waar eens de oude smid met zijn zoon achter het smidsvuur, aambeeld of luchtdrukhamer stonden, zwemmen nu vissen in een aquarium en lopen cavia's, marmotten, hamsters en dergelijke in kooien rond. Er is nu een dierenwinkel gevestigd.
"Overigens", zegt één van de wandelaars, "over die smid kan ik je nog een mooi verhaal vertellen. Zijn materialen werden vroeger per boot aangevoerd en kwamen dan aan bij de Steiger. Daar was van alles bij. Piet nam namelijk veel werk aan in Amsterdam. Daar heeft hij verschillende bruggen gebouwd, die werkelijk staaltjes van vakmanschap waren. Op een goede dag kwam er weer ijzer aan. U- en H-balken, van die hele zware jongens. Die balken werden op een wagentje gelegd, zodat het gewicht aan beide kanten verdeeld was. Daarna duwde de hele ploeg uit de smederij het wagentje tegen de hol op en ging het naar de werkplaats.
Maar die middag lukte het niet, eerst had men moeilijk-heden met het tegen de hol op duwen en daarna kon men niet door de grote deuren van de werkplaats. De balk was gewoon te lang en hoe men ook paste of mat, het ging niet. Of het kostte een etalageruit naar de boekhandelaar aan de overkant, of een ruit van het café daarnaast. De boekhandelaar, die alles vanuit zijn winkel gadesloeg, kwam nieuwsgierig naar buiten en bleef in de winkeldeur staan. Waarschijnlijk dacht hij: 'Dat krijgen ze lekker niet voor elkaar'.
Nu waren de smid en de boekhandelaar nooit van die dikke vrienden geweest. Nog eens passen en nog eens meten, maar het ging gewoon niet. Totdat de knecht van de smid een geweldig idee kreeg. 'Het is te proberen', zei de smid. De smid, die het karretje met de balk aan de voorkant stuurde, liep op de boekhandelaar toe. De boekhandelaar week iets opzij, werd onder luid protest weggeduwd en de smid stuurde het einde van de balk de winkel in, over de toonbank, langs de kassa en de prachtige boeken en ja hoor, na veel wringen en schaven langs de muur draaide de balk de smederij in. Toen had je de boekhandelaar moeten horen."