Zondag 12 mei (Eerste Pinksterdag)
De kerken zaten vol. Maar de stemming was net zo nerveus als de eerste twee dagen. Wat men niet wist, was dat de Duitsers al diep in Nederland waren doorgedrongen. Maar wat men niet weet, wat niet deert. Het gonsde van geruchten: de NSB'ers zouden de zaak verraden hebben, er waren lichtsignalen gezien, enzovoort. Steeds meer terugtrekkende troepen. Leerdam raakt vol. Spanning en geruchten steeds maar weer. En van die radio werd men vaak ook niet wijzer.
Maandag 13 mei (Tweede Pinksterdag)
Een zelfde situatie als gisteren. Steeds terugtrekkende of doortrekkende troepen. Het waren nog steeds militairen uit de Peel-Raamstelling. Oververmoeid en onzeker, ook wat betreft hun familie. Sommigen zwegen, anderen druk pratend en niemand wist hoe het verder moest.
Dinsdag 14 mei
De situatie wijzigt niet. In de late middag van die dag stonden er een aantal burgers op en om de spoorwegovergang 'Recht van ter Leede'. Wat daar in het westen aan de hand was, daar kon men op dat moment niet achter komen. De lucht was aan de horizon roodachtig zwart gekleurd. Achteraf bleek dat de Duitsers Rotterdam hadden gebombardeerd. Ofschoon het boven ons vrij rustig was, zat de lucht nog vol Duitse vliegtuigen, die naar het westen vlogen of uit het westen terugkwamen. Laag over de weilanden vloog een Nederlandse jager.
Later op de dag werd er, via de radiodistributie, bekend gemaakt dat het Nederlandse leger had gecapituleerd. Alle militairen moesten hun wapens neerleggen.
Wat deze mededeling teweeg bracht is niet te beschrijven. "Vierentwintig jaar ben ik beroeps geweest," zei de fourier, "om deze oorlog in vijf dagen te verliezen. Ik geloof het niet, het is allemaal propaganda. De koningin naar Engeland gevlucht, dat kan gewoon niet waar zijn." Sommige soldaten liepen huilend en woedend op straat, ze sloegen hun geweren stuk tegen de bomen langs de weg en gooiden hun munitie in de sloot. "Weg met die rommel jongens," werd er geroepen, "de moffen mogen niets heel in handen krijgen." Een van de omstanders liet het woord NSB'er vallen. In overspannen toestand vloog een soldaat met getrokken geweer op de Leerdammer af. "Waar?" riep hij, "waar een NSB'er, ik schiet hem kapot!" Gelukkig wisten zijn collega's hem wat te kalmeren en namen hem zijn geweer af. Daarna zakte de man in elkaar en werd een woning binnengedragen. Tot middernacht bleef het onrustig en rumoerig.
Woensdag 15 mei
De volgende dag wordt in de christelijke school in Rijsoord de capitulatie van het Nederlandse leger ondertekend door de Nederlandse generaal Winkelman en de Duitse bevelhebber generaal Von Küchler. Korte tijd na de capitulatie maakte Hitler bekend dat de leden van de Nederlandse Strijdmacht, die gedurende de oorlogsdagen en kort daarna als krijgsgevangenen waren afgevoerd, in vrijheid zouden worden gesteld. Beroepsmilitairen moesten een zogenaamde erewoord-verklaring tekenen. Tekenden zij deze niet, dan werden zij alsnog krijgsgevangenen.