En zo verstreek de tijd. De tijd die niet te stoppen is en niet stilgezet of teruggedraaid kon worden. Waarvan men vaak zegt: 'Dat was een mooie tijd' als we erop terugkijken. Maar die op het moment dat we die tijd meemaken vaak niet wordt gewaardeerd, maar als gewoon wordt beschouwd.
Eén van de vriendinnen van de zuster van Rinus heette Anneke. Annekes vader had een winkel in manufacturen. Zij, Anneke, was op de ULO geweest en geslaagd. Zij zat nu op een school in de stad. Harm had inmiddels een plaats als leerling smid op de Zwartglas.
En zoals het in veel kleine dorpen en stadjes de gewoonte was, was ook hier het geval. 's Zaterdag- en 's zondagsavonds was het rondjes lopen. De meisjes de ene kant uit en de jongens er tegenin. Soms werden er wel tien tot twaalf rondjes op een avond gelopen. Maar na twee à drie rondjes hadden de vrienden het wel bekeken. Dan ging het hele stel en ook de meisjes naar het huis van een van de vrienden, om daar spelletjes te doen, te zingen bij het orgel of om alléén maar over de oorlog te praten.
En op die avonden waren Anneke en Harm steeds in elkaars nabijheid. Dat liep natuurlijk knap in de gaten. En de vrienden zeiden vaak: "Dat wordt nog wel eens wat." Maar Harm had niet de moed om Anneke te vragen. "Die jongen heeft een zetje nodig", zei de een. Een ander zei zelfs: "Als hij het niet doet, doe ik het."
Maar op een zondagavond trok Harm zijn 'stoute schoenen' aan en vroeg: "Anneke, loop je mee een eindje om?" Anneke stemde direct toe. Samen wandelden ze de spoorwegovergang bij het Recht van ter Leede over naar een stille landweg. En daar stelde Harm de vraag, die in deze wereld al honderdduizenden malen gesteld is en nog wordt gesteld. Die vraag werd beantwoord met "Ja".
Hand in hand wandelden ze over de stille landweg en na een andere spoorwegovergang gingen ze het stadje weer in. En, toen Harm Anneke tot aan de winkeldeur had gebracht, gaven ze elkaar spontaan een zoen en namen afscheid met de woorden: "Tot de volgende keer".
En op een avond vertelde de vader van Anneke aan zijn vrouw, wat aan hem die middag in de winkel was verteld. Hij voegde daar enigszins opgewonden aan toe: "Maar daar komt niets van in, mijn dochter omgang met dat smidje."
--------------------------------------------------------------------------------
Krantenberichten uit de oorlog
De Burgemeester van Leerdam maakt bekend:
1. Alle postduiven welke na 15 mei 1940 zijn uitgebroed behooren ten spoedigste aan de Commissie ter behartiging der belangen van de Nederlandsche Postduivenhouders, gevestigd te Amsterdam, Prinsengracht 407 (telefoon 34413) met nauwkeurige omschrijving van het jaar van uitbroeden en het serienummer te worden opgegeven. Hetzelfde dient te geschieden met alle ouderen duiven, die niet op de officieele gestempelde hoklijsten voorkomen;
2. Tentoonstellingen van post- en andere duiven in welke vorm ook zijn verboden. Eveneens is het vervoer van postduiven buiten de kom der gemeente verboden indien dit vervoer niet gedekt wordt door een schriftelijke vergunning.
Jaarwisseling
De wisseling des jaars verliep dit jaar uitermate stil. In hoofdzaak moet dit natuurlijk geweten worden aan de tijdsomstandigheden, terwijl bovendien de snerpende koude wind evenmin tot de gezellige straatdrukte van andere jaren meewerkte. Het was ditmaal een feest dat binnenshuis werd gevierd.
Gymuitvoering
Naar wij vernemen zal de gymnastiekvereeniging 'Sparta' vanavond, zaterdag 11 januari, haar jaarlijkse winteruitvoering geven.
Grootste gezinnen van het Personeel van Varsseveld kregen visch. Van donderdag op vrijdagnacht ging een zestal visschers uit Woudrichem visschen met de zegen in het Blakengat van de Zagerij. Met de eerste trek vingen zij niet minder dan 200 pond en met den tweeden trek nog 120 pond waarvan 20% moest worden afgestaan aan de Directie van Varsseveld, die de visch heeft laten verdeelen onder de grootste gezinnen van het personeel.