Vandaag vertelt Harm Walt over zijn tijd als dwangarbeider in Duitsland in de oorlog, waar de Leerdammer Anton Bats bij een tragisch ongeval om het leven kwam.
De datum van dit drama is vermoedelijk juli-augustus 1944. De invasie op 6 juni 1944 was reeds begonnen. Dortmund was in de nacht van dinsdag op woensdag zwaar gebombardeerd. Op dat moment wisten we dat nog niet. Totdat de Lagerführer kwam binnenstormen met de volgende mededeling: "Zondag om zes uur allemaal aantreden, jullie worden met vrachtauto's naar Dortmund gebracht om puin te ruimen. Iedereen is verplicht om mee te gaan. Alleen een schriftelijk bewijs van de chef geeft vrijstelling. Maar er is afgesproken dat die zo min mogelijk worden verstrekt."
Die vrijdag en zaterdag werd er alleen maar gesproken over puinruimen. Zondagsmorgens stonden alle Lagerbewoners te wachten voor de barakken. Slechts twee Nederlanders ontbraken, de tolk en Jan, een jongen uit Waardenburg. Deze twee waren reeds in het bedrijf aan het werk. Stipt om 6.00 uur vretrokken de volgeladen vrachtwagens naar Dortmund. Om 8.00 uur stonden de twee vrijgestelden weer in de barak. Zij besloten om 's middags naar Unna te gaan. Daar draaide de eerste Duitse kleurenfilm 'De Gouden Stad'. Om circa 18.30 uur waren zij terug in het Lager. De Lagerwacht vertelde aan de tolk dat er één van de jongens was verongelukt. Het bleek Anton Bats uit Leerdam te zijn. Hij werkte met zijn broer Wim verplicht bij Mannesmann. De stemming in de barak was gedrukt. Toen we de broer van Anton onze deelneming betuigden zei hij: "En we zouden nog wel op elkaar letten."
Eén van de jongens vertelde wat er gebeurd was: "Toen we in Dortmund aankwamen, kregen we de opdracht om met schoppen de straten puinvrij te maken. Het puin moest vanaf de straten naar de trottoirs en kapotte huizen geschept en gegooid worden. Zo nu en dan was het even rusten of een plasje plegen. Voor dat laatste stapten we over een muurtje en liepen over het puin naar een hoek. Tientallen hadden dat reeds gedaan. Toen Anton over het muurtje was gestapt en over het puin liep, ontstond er een steekvlam en volgde een explosie. Onder het puin was een kelder. De vloer waarop Anton stond, stortte in en met puin en huisraad viel Anton in de kelder. Een paar jongens zijn direct in de kelder afgedaald, maar het was al te laat. Anton lag onder het puin en had een fornuis op zich gekregen. We hebben hem daar weggehaald."
De politie was ter plaatse geweest en de werkzaamheden waren vroegtijdig gestaakt. De dag daarop werd de tolk bij de directeur ontboden. Nadat hij zijn deelneming had betuigd zei hij: "Wij zullen de familie waarschuwen en jij moet naar Dortmund om een en ander te regelen. Je kunt gebruik maken van een van de auto's van het bedrijf en chauffeur Vogel stuur ik mee. Hij kan je niet alleen rijden, maar ook helpen."
Een goed half uur daarna waren we op weg. Vogel was een man van middelbare leeftijd, niet onvrien-delijk maar een echte Duitser. Eerst naar het politiebureau, daar werden we doorgestuurd naar het 'Hauptfriedhof'. Daar werd het verhaal opnieuw verteld. Na enige aarzelingen en druk overleg ging het naar een soort kelder. Wat we daar zagen is moeilijk te beschrijven. In lange rijen lagen, geheel of gedeeltelijk ontklede lijken: mannen, vrouwen en kinderen, vele zwaar verminkt en onherkenbaar. We werden meegenomen naar een aparte ruimte, ook daar weer lijken en nog eens lijken. De aanblik en de lucht waren verschrikkelijk.
In deze ruimte stonden langs de muren een soort kasten met genummerde laden. Aan de hand van een lijst zocht de begeleider een lade en trok deze open. En daar lag het stoffelijk overschot van Anton, onherkenbaar. De tolk herkende hem aan het half verkoolde hemdje dat hij enige dagen geleden gekregen had. De begeleider maakte een aantekening op een lijst en zei: "Dat is het dan." Maar voor ons begon het pas. "Waar wordt hij begraven?", vroeg de man. "Zo mogelijk in Dellwig", was het antwoord. "Dan zult u zelf voor een kist en vervoer moeten zorgen", zei de man. Nu kwam Vogel in actie. We reden naar Unna. "Daar weet ik een 'Särgemacher', die wil misschien wel helpen."
In Unna stopte Vogel in een buitenwijk voor een werkplaats. Even later kwam hij terug en zei: "Help eens even." Voorin de werkplaats stond een kist klaar en zonder betalen of commentaar kregen we de kist mee. De kist werd in de auto geschoven. En nu terug naar Dortmund. Daar moeten een aantal formulieren ingevuld worden, maar een 'transportscherm' om het lijk te vervoeren, konden ze ons niet geven. Dus weer naar een ander bureau, weer formulieren invullen. Nu restte nog een lijkwagen. Terug naar Unna, daar wist Vogel een lijkwagen te staan. Nadat hij een toezegging had gedaan dat er voor de benodigde papieren en benzine zou worden gezorgd, waren we rond.
De begrafenis van Anton werd vastgesteld op een woensdagmiddag om 14.00 uur op de begraafplaats in Dellwig.
De maandagavond ging de tolk wederom een bezoek brengen aan de dominee van Dellwig. Ook nu was de man bereid de begrafenis te leiden, net als bij Albert Hol. Zo werd Anton Bats in Dellwig begraven naast Albert.
De familie van Anton was er niet. Zij hebben wel getracht naar Dellwig te reizen, maar werden als gevolg van de invasie bij de grens teruggestuurd.
--------------------------------------------------------------------------------
Oude berichtjes
Er bestaat in onze gemeente een Handelsavondcursus, uitgaande van de Vereeniging 'De Midden-stand'. Hij werd opgericht in 1912. Directeur is de heer J. de Vries. Aan den cursus zijn 4 leeraren verbonden. De cursus duurt 3 jaar, waarna een getuigschrift kan worden uitgereikt. Het gemiddeld aantal leerlingen bedraagt ongeveer 25.
Door dezelfde vereeniging wordt gedurende de wintermaanden een 'Teekenschool' gehouden onder leiding van den heer W. Carmiggelt. Onderwijs wordt gegeven in vakteekenen voor machinisten, smeden, bankwerkers, electriciens, timmerlieden, metselaars, schilders en voorts in handels-teekenen, rekenen, meetkunde en Ned. Taal. Ook deze cursus duurt 3 jaar.
Een derde school van 'De Middenstand' uitgaande is de 'Volkshuishoud- en Industrieschool', directrice mej. W. Glasz. Het doel van de school is: opleiding van meisjes, zoowel uit den arbeidersstand, de fabrieksbevolking, als uit den middenstand voor koken, huishoudelijk werk, behandeling der wasch, linnen naaien en verstellen, costume naaien en knippen, fraaie handwerken en herhaling en uitbreiding van lager onderwijs. Er bestaan dag- en avondcursussen, beide duren 3 jaar. Het aantal leerlingen bedraagt gemiddeld 175, niet alleen uit Leerdam, doch eveneens uit de omliggende dorpen.