Leerdam 1925-1930
"Ik herinner me nog dat, tussen 1929 en 1930, de nieuwe Katholieke kerk werd gebouwd, aan de overkant van de Meent. Die kerk werd op 10 juni 1930 plechtig ingewijd," gaat Harm verder. "Ik weet ook nog dat ik als kleine jongen een behoorlijk standje kreeg omdat ik teer aan mijn broek had. De Meent werd toen namelijk geasfalteerd en daar stonden wij als kleine jongens met onze neus bovenop. Men begon in die tijd ook met het dempen van de spoorput."
Waarmee werd dat eigenlijk gedaan?
"Met alles wat ze maar hadden. Wij stonden daar natuurlijk ook bij te kijken als jongens. Daar ging oude huisraad, huisvuil, planken en stenen, alle rotzooi die ze vinden en krijgen konden, die ging daar in!"
Dan zullen eventuele toekomstige archeologen daar nog een vette kluif aan hebben denk ik, trouwens, hoe zat het dan met milieuvoorschriften?
"Ha ha, daar hadden ze toen echt nog nooit van gehoord, ze konden daar dus ook niet tegen zondigen! Aan de Meent, aan de oostzijde, naast de Julianaschool, werd een dubbel woonhuis gebouwd. Maar er gebeurden ook andere dingen. Van een loods bij de gasfabriek bezweek een muur en het grootste gedeelte van wat er achter die muur lag, ik denk dat dat bruinkool was, lag in de steeg achter de Julianastraat."
Konden jullie toe gratis stoken?
"Nou dat weet ik niet meer, maar dat denk ik eigenlijk niet. Wat ik als jongen een geweldige ervaring vond was het overkomen van een echt luchtschip, de Graf Zeppelin, die kwam rond zes uur 's avonds met een donderend geraas over, hij vloog min of meer parallel met de spoorbaan richting Rotterdam."
Is dat dezelfde Graf Zeppelin die later tijdens een landing bij New York zo tragisch is verongelukt en door een onopgehelderde oorzaak in een vuurzee veranderde?
"Precies, hetzelfde luchtschip! Over vuurzee gesproken, in diezelfde tijd is ook de molen van Kon in vlammen opgegaan. Er was voornamelijk heel veel rook, niet zo erg veel vuur. Ik herinner me wel dat er erg veel volk op de been was."
--------------------------------------------------------------------------------
Cursiefje
Buitenspelen
Op een zaterdagmiddag spoedde Harm zich na het eten naar buiten om te gaan spelen op het ruige stukje grond aan het eind van de Julianalaan. Ze hadden een hut gebouwd. Willy Mooi was nog wat planken gaan halen op het terrein van de gasfabriek. Zo hadden ze heel fijn gespeeld. Eerst rovertje en toen, omdat dat altijd moest van het buurmeisje, ook nog vadertje en moedertje en natuurlijk doktertje; ze wilde altijd doktertje spelen. Willy en Harm hadden het gauw gezien en Willy zei: "Kom Harm, we gaan mijn bal halen." Harm bleef buiten wachten toen Willy naar binnen ging om z'n bal te halen. Toen hij met z'n bal naar buiten kwam, riep z'n moeder nog: "Denk aan je goede kleren, hè?" Harm kreeg een dikke knipoog van z'n vriend. Even later werd er fijn gevoetbald. Op een gegeven moment waren ze wel met acht man. Nol de Weerd gaf een voorzet precies voor Harm z'n rechtervoet. Harm gaf de bal een enorme loeierd. Maar de bal ging niet helemaal de goeie kant op. Hij vloog met een doffe klap bij Van der Leede tegen het raam! Meteen kwam mevrouw Van der Leede naar buiten en riep: "Kijk nou toch eens, er zit een barstje in de ruit, wie deed dat?" Het dienstmeisje van mevrouw Van der Leede was ook naar buiten gekomen en zei: "Mevrouw, dat barstje was er vorige week ook al." Mopperend verdween de mevrouw weer naar binnen. Harm haalde opgelucht adem. Tjonge, daar was hij mooi vanaf gekomen!