Het deel van deze week sluit eigenlijk aan op een bijzondere aflevering van de serie, deel 12, die gepubliceerd is in mei 2000. Toen werd een deel van de serie gewijd aan de bevrijding, toen 55 jaar geleden. Deel 12, 'De bevrijding vanuit Duitsland', eindigt met de woorden: 'Wij waren bevrijd en langzaam schoof het front op.'
Een dag of wat na de bevrijding begon men te praten over terugkeer naar Nederland. Enkelen wilden direct naar huis, anderen via Langschede, de plaats waar men het laatst had gewerkt bij de Mannesman Stahlblechbau. Op een dag namen Witze en Harm (beide uit Leerdam) en Leo (uit Waardenburg) afscheid van het boerengezin. Het was een hartelijk afscheid, ook van de andere jongens: "Goede reis en tot ziens."
De drie waren voornemens de spoorlijn naar Werl op te zoeken en deze te volgen. En dat lukte. Onderweg kwamen ze een stilstaande, totaal leeggeplunderde goederentrein tegen. Aan het eind van de middag, vlak voor het station van Werl, kwamen de drie tussen een Amerikaanse legereenheid terecht. De passen werden gecontroleerd. Een Amerikaan kwam lachend op hen af en vroeg: "Zijn jullie echt Nederlanders, waar ligt Barneveld?" Het bleek een zoon van een geëmigreerd Nederlands echtpaar te zijn. Nu was hij een Amerikaans staatsburger.
De Amerikanen hadden maar één doel: op naar Berlijn. Maar de drie Nederlanders gingen, overladen met drank, sigaretten en blikjes naar het westen. Tegen de avond kwamen ze in Werl aan. Daar wemelde het van de geallieerde soldaten en materieel die naar het oosten trokken. Anderen trokken naar het westen, maar velen konden geen kant op. Bij een boer aan de rand van het stadje kreeg men te eten. "Als ik ze niet te eten geef, dan nemen ze het", zei de boer. Geslapen werd er in een jonggezellenhuis. Nou ja, geslapen, men lag gewoon op de grond als haringen in een ton, maar men was onder dak.
De volgende dag trokken ze verder naar Hemmerde. Een plaatsje dat Harm kende, want hij had er vijf maanden geleden bij een bedrijf gewerkt. Men ging regelrecht naar de boerderij waar Joep, een Nederlandse melkknecht, al sinds 1937 werkte. Werd men vroeger door geen Duitser aangekeken, nu waren ze één en al vriendelijkheid. Zelfs de dochter van de boer, die Harm altijd minachtend had nagekeken, toonde belangstelling. Zij werden dan ook uitgenodigd op de boerderij en ontvangen aan een ruim voorziene gedekte tafel. Volgens Joep was er een dag tevoren nog flink gevochten. Duitse soldaten lagen dood achter hun geschut. Sommige schuttersputjes waren eenvoudig door Amerikaanse tanks dichtgereden.
In de stallen en in de boomgaard lag veel dood vee. Men was druk bezig met slachten, braden en inmaken van vlees. Het was mei, vrij warm en over enige dagen zou alles bedorven zijn. Men kon beter nog enige dagen wachten met verder trekken, want het front was nog dichtbij. Men moest wel blijven, want tegen zoveel vlees en vet waren de ingewanden niet meer bestand. Vele malen per dag en nacht zaten ze achter een boom of tussen de struiken.
Ondanks het dringend advies om nog minstens een dag of tien te blijven, ging het stel na enige dagen richting Langschede. In de bossen troffen ze enkele verlaten Duitse stellingen aan. Auto's zonder benzine, geweren, revolvers, pantservuisten, ransels, uniformstukken, enzovoort. Met een angstig hart werd er rondgeneusd. Want waar waren de Duitsers in de bossen? Snel trokken ze verder, op het hoogste punt zagen ze de Ruhr als een lint door het Ruhrgebied slingeren. Uit de dorpen Fröndenberg en Langschede stegen dikke rookwolken op. Aan de overzijde van de Ruhr waren vele soldaten en voertuigen te zien.
Vroeg in de middag bereikten ze een klein, verlaten stationnetje, op ongeveer tien minuten lopen van Langschede. Naar beneden gaande zagen ze aan het begin van het dorp een paar Amerikaanse soldaten staan. Met een hemd als witte vlag op een stok gebonden liepen ze de soldaten tegemoet. De Amerikanen kwamen met getrokken revolver hen tegemoet. Ze werden meegenomen naar het dorp en afgeleverd bij de verantwoordelijke commandant. De passen werden gecontroleerd en de drie moesten blijven. In steenkolen-Engels vertelde Harm dat ze op weg waren naar kennissen in het dorp. Er werd een tolk bijgehaald. Maar hoe men ook praatte, ze waren niet welkom. Het was te gevaarlijk, hier lag het front en hier werd gevochten. Even later kwam er een jeep voorrijden, bemand met twee lachende, donkere, Amerikaanse soldaten. Ze moesten instappen en het ging door het dorp richting Fröndenberg. In het dorp stond het huis van de smid, dicht aan de Ruhr, in lichterlaaie. De Ruhrbrug was gedeeltelijk opgeblazen. Er werd van alle kanten geschoten.
Ne een goed half uur rijden werden de drie afgeleverd in Fröndenberg in een zwaar bewaakt verzamellager. Hier troffen ze verschillende Nederlanders die ook in Langschede gewerkt hadden. Direct begonnen Leo en Harm plannen te maken om uit het Lager weg te komen. Na een paar dagen en veel gepraat lukte dat. Met toestemming en in een jeep werden Leo en Harm naar Unna gebracht. Zij lieten zich op de markt afzetten. Daarna gingen ze lopend via een omweg naar de Duitse kennissen. Daar zat men nog in de schuilkelder. Want de situatie was dat de Duitsers aan de overkant van de Ruhr (in het Sauerland) zaten en de Amerikanen het dorp nog niet echt bezet hadden. Op de dag schoten de Duitsers op de Amerikanen, 's avonds kwamen de Amerikanen naar de Ruhr en doorzeefden de oevers en de bossen aan de overzijde met kogels en granaten.
N.B. Op 1 april 1945 om één uur 's middags werd het gehele Ruhrgebied door de geallieerden afgesloten. Er zaten toen een kwart miljoen soldaten van Modelslegergroep B en ongeveer 100.000 man van de luchtafweer opgesloten. In de zogenaamde 'Ruhrpocket' werden meer krijgsgevangenen gemaakt dan in Stalingrad en Tunesië. Op 11 april veroverden de geallieerden Mülheim, Oberhausen, Bochem en Unna. Daarna Witten, Langschede en Fröndenberg.
--------------------------------------------------------------------------------
Krantenberichten
Vraag en aanbod. Wie ruilt blauwe winterjas en blauwe regenjas voor heerencostuum maat 50 à 52. H.G. de Jager, Boekhandel Geldermalsen.
Te koop of te ruil fokzeug tegen drachtig of jong zeugje, A.W. Visser, Rhenoy.
Te ruil z.g.a.n. heerenschoenen m. 42 tegen m. 44 of 45. Tevens te koop j.w. geit z. horens bij M.A. van Leeuwen, Nieuwe Steeg, Acquoy.
Vuren. Tegen W.S. alhier zijn vijf processen-verbaal opgemaakt terzake bedreiging en belediging van een ambtenaar in functie en terzake overtreding der Jachtwet, Mollenwet en artikel 16 van het Besluit Persoonsbewijzen.
Herwijnen. Opgevist is in de rivier de Waal onder deze gemeente een oud versleten roeibootje, waarvan de kop is verbrijzeld. Inlichtingen geeft opperwachtmeester der Marechaussee alhier.
Noodlottige botsing. Terugkeerend van een EHBO-cursus in Driel kwam de gemeentegeneesheer van Heteren, de heer P.S. v.d. Burg, op de Rijnbanddijk in botsing met één der cursisten. De dokter sloeg met zijn motor van den dijk zoo zwaar gewond, dat hij later in het gemeenteziekenhuis te Arnhem overleed.
Leerdam - Nieuws van de politie. Terzake het drijven van handel in textielgoederen, boter, kaas, tarwe, olie, spek en andere goederen welke verkocht werden tegen abnormaal hooge prijzen werd aangehouden en ingesloten L.M. van G. te Leerdam. In verband met smokkel in tabak werden verbaliseerd J.V., P.V. en K.D. te Leerdam
Voor prijsopdrijving is bekend J. v.d. L. te Leerdam te wiens huize tevens een voorraad uien, wortelen en appels in beslag werd genomen.