Vandaag vertelt Harm Walt over zijn tijd als dwangarbeider in Duitsland, in de oorlog, waar een vriend van hem overleed.
Wij, een aantal Nederlanders uit onder meer Amsterdam, Leerdam en Apeldoorn waren onderge-bracht in het Gemeenschapslager Mannesmann te Langschede (Ruhrgebied, Duitsland). We waren als dwangarbeiders te werk gesteld, maar hadden beperkte bewegingsvrijheid. Maar niet alléén wij, er waren Russen, Russinnen, Fransen, Italianen en enkele Polen. Ook zij waren verplicht te werk gesteld. Vaak gewoon van de straat of uit de school opgepikt.
Eén van de Leerdammers was Albert Hol. Hij zou met de tolk en nog enkele Nederlanders op 28 januari 1944 met verlof gaan. Zo langzamerhand werden de koffers gepakt. De verlofpas en andere benodigde papieren waren reeds in orde. Verlof: men weet niet wat dat betekent, wanneer men ver van huis is. Daarnaast leefde men onder slechte omstandigheden voor wat betreft voeding, ligging, werk, spanning, enzovoort.
Hoe het gekomen is zal altijd wel een raadsel blijven. Albert hoestte zijn longen uit zijn lijf. Maar dat vond hij maar bijzaak, we gingen immers volgende week met verlof. Olga, een Russisch meisje dat 'medicijnen' had gestudeerd zei tegen Albert dat hij naar de dokter moest gaan. Zij zei dat ook tegen de tolk, maar het was al te laat. Vrijdagmorgen bleef Albert op zijn krib liggen, hij had hoge koorts.
De Lagerführer werd erbij gehaald en deze beloofde de dokter te waarschuwen. Deze kwam pas 's middags om drie uur. Hij constateerde ribbenvelontsteking en achtte opname in het ziekenhuis noodzakelijk. De Lagerführer zou voor vervoer zorgen. Bij een boer werd er een paard en wagen met voerman geleend. Op de wagen werd stro gelegd en daarover een deken.
Ondersteund door landgenoten, die nachtdienst hadden, strompelde Albert naar de boerenkar. Bedenk daarbij dat het midden in de winter was en Albert hoge koorts had. 's Avonds ging de tolk bij Albert op bezoek. Hem sloeg de schrik om het hart. 's Zaterdags en 's zondags gingen anderen hem bezoeken. Zij vertelden: "Het was dubbele longontsteking en de toestand van Albert was slecht." Maandagmiddag ging de tolk weer op bezoek. Hij werd onmiddellijk door een verpleegster bij de dokter ontboden. De dokter zei: "De toestand is zeer kritiek, hoop is er nog, maar ik vrees het ergste."
Woensdagmiddag werd de tolk bij de directeur ontboden en deze deelde mee dat: "Uw landgenoot is overleden. Er is zojuist bericht uit het ziekenhuis gekomen. Wilt u de begrafenis verzorgen en zijn ouders waarschuwen?" De tolk en Pleun, de kameroudste, regelde de begrafenis en probeerden de ouders van Albert via de politie, het Rode Kruis en Arbeidsbureau te waarschuwen. De hulp van een NSB'er werd afgewezen. Intussen had men op het kantoor van Mannesmann niet stil gezeten. Daar werd succes geboekt. Via het hoofdkantoor in Berlijn werd het kantoor in Rotterdam per telex ingelicht. De Rotterdamse en Leerdamse politie zorgden voor de rest. De begrafenis van Albert was intussen vastgesteld op zaterdag 29 januari 1944 op de begraafplaats van Dellwig (Langschede).
Men zou het stoffelijk overschot met een lijkwagen, bespannen met twee paarden, in Unna uit het ziekenhuis halen en trachten om ongeveer twee uur op de begraafplaats te zijn. De tolk ging bij de dominee van Dellwig op bezoek en verzocht hem de begrafenis te leiden. De dominee stemde direct toe. De andere jongens zaten ook niet stil, zij brachten zoveel mogelijk landgenoten in Fröndenberg en Unna op de hoogte van het overlijden van Albert. Op vrijdagavond 28 januari 1944 arriveerden de vader en moeder en een broer van Albert op het station van Langschede. De tolk, die nachtdienst had, werd gewaarschuwd en deze begaf zich direct naar het station.
Maar waar moest hij met de familie heen. Onderweg trof hij de Lagerführer die in opdracht van de directie een kamer in een hotelletje had geregeld. Daar werd ook voor eten gezorgd. Tijdens het eten werd er op de deur geklopt. De deur ging open en daar stond de Lagerführer met de Russische vriendin van Albert. De rest zal ik u besparen.
Zaterdagmorgen ging de tolk met de familie Hol naar het ziekenhuis waar ze afscheid hebben genomen van hun zoon en broer. 's Middags om twee uur kwam de rouwkoets aan op het kerkhof in Dellwig. Er werd een stoet geformeerd.
De dominee, de familie Hol en de tolk, gingen voorop. Toen men langs de kerk het kerkhof naderde, begonnen de klokken te luiden.
Er was een krans van Mannesmann en veel bloemen. Ook de vrienden van Albert en enige Russische meisjes waren aanwezig. Verder alle Nederlanders uit de barak en velen uit de omtrek. De dominee leidde de begrafenis. Het ging er sober maar netjes aan toe.
Tot slot sprak er nog een Leerdammer uit Fröndenberg. Zondagmorgen vertrok de familie Hol weer naar Leerdam. Het zal niet veel voorgekomen zijn dat ouders hun gestorven zoon, die dwangarbeider was in Duitsland, ter aarde mochten bestellen.
De tolk mocht enige dagen later met verlof.
--------------------------------------------------------------------------------
Uit de gids van Leerdam 1934
Water werd geleverd door de Leerdamsche Waterleiding Maatschappij, een modelinrichting die het water put uit bronnen gelegen op 40 tot 100 meter beneden AP en die voor zoodanige zuivering zorgt, dat het Leerdamsche water het beste bronwater van Nederland kan worden genoemd. Groote uitbreidingsplannen zijn in de laatste jaren uitgevoerd. Een nieuwe 55 meter hooge watertoren, gebouwd naar de ontwerpen van ir. A. Visser te Papendrecht, zorgt voor de distributie in de gemeente naar Asperen en straks ook Heukelum en Arkel.
Een lief stil plekje, omzoomd door struik- en boomgewas, even voorbij de terreinen der NV Houthandel v.h. Varsseveld en Co, is de plaats waar het Nutszwembassin gevestigd is. Van deze naar de eischen des tijds ingerichte zweminrichting wordt door velen gebruik gemaakt.
Enige honderden meters verder lag, tussen de knotwilgen, Breedveld's Zwembad 'Fido' (vertrouwen).
Hier behaalde Harm en een aantal vriendjes, op 1 september 1936, het Fido-zwemdiploma II. De commissie van beoordeling bestond uit de heren H. den Dunnen en A. van Meeuwen, alsmede de badmeester/zwemonderwijzer de heer Breedveld.