Inmiddels is het 1948 geworden. In Leerdam bouwt men weer woningen: Leliestraat, Azaleastraat en Dahliastraat. Plannen voor meerdere woningen zijn in voorbereiding.
Harm is overgeplaatst naar een andere afdeling in de glasfabriek. Hier worden de vormen (matrijzen), nodig voor het maken van flessen, gereed gemaakt. Het is een kleine, op de Lingedijk uitkijkende werkplaats.
Eén van de mensen die ook in de werkplaats werkt is Wouter, een al wat oudere man. Hij is belast met het schoonmaken van onderdelen, die uit de productie komen. Wouter zit dan ook achter de salamanderkachel, op een bankje voor een tafeltje waarop de spullen liggen. Wouter heeft voor iedereen een goed woord of een grapje. En alles kan en mag, maar je moet wel van de kachel afblijven, want dat is Wouter zijn terrein. Hij is de stoker.
Van 9.00-9.20 uur is het schaft (korte pauze). Wouter zorgt er dan ook voor dat, zover de temperatuur in de werkplaats dat nodig maakt, de kachel brandt. Want die schafttijd speelt zich rondom die kachel af. Als de stoomfluit 9.00 uur aankondigt of een paar minuten ervoor, dan staan de bankjes en kistjes al rondom de kachel. Onder het eten van de boterham en het genot van koude thee of melk, worden ware en onware, zogenaamde 'bakken' en nieuwtjes verteld.
Even tevoren is Henk, bijgenaamd 'Pijppie' in de werkplaats geweest. De bijnaam Pijppie dankt Henk aan zijn kromme pijp, die hij aan of uit altijd in zijn mond heeft. Henk had even met Wouter gesproken en was weer weggegaan. Toen de stoomfluit gegaan was en iedereen rondom de kachel zat, was Pijppie zijn plaatsje leeg. "Is Pijppie er niet?", werd er gevraagd. "Nee", antwoordde Wouter, "er is vannacht in zijn gezin een dochter geboren en nu is dat kind gaan aangeven."
Het gesprek ging dit keer over een schaftlokaal. Er zou een schaftlokaal worden ingericht en daar moest iedereen tijdens het schaften dan naar toe. Zo rondom de kachel je brood opeten, dat mocht dan niet meer. "Nou, stel je voor dat het regent", zei Jan, "dan moet je er wel door en nog terug ook." Nee, dat schaftlokaal dat zag men nog niet zo zitten.
Nog voor de pauze om was ging de buitendeur open en kwam Pijppie binnen. Als één man stond men op en begon men de vader te feliciteren. Maar die keek niet zo vrolijk. "Wat denk je nou", zei Pijppie, "ze hebben me gewoon verzocht om om 11.00 uur terug te komen. Ze denken zeker dat ik hier zo maar weg kan lopen. Dat kost me straks nog verzuim ook." Nee, Pijppie had het niet zo op die ambtenaren, allemaal werk voor niets. Tegen 11.00 uur vertrok Pijppie, nadat hij een passeerbon bij de baas had gehaald, weer naar het gemeentehuis.
"Veel succes", werd hem nageroepen, en "tot zo." Maar tot stomme verbazing van zijn collega's kwam Pijppie eerst na de middag terug. Vrolijk, opgewekt en lachend zei hij: "Zo jongens, hier ben ik weer en wat denk je? 't Is de 10.000-ste inwoonster van Leerdam, 't was gewoon een feest En we hebben nog wat voor de kleine gekregen ook." Maar wát dat was wilde Pijppie niet zeggen. En het was 22 april 1948 en de 10.000-ste, het was een meisje em zij kreeg de naam Wil. En zij groeide voorspoedig op, want zo nu en dan komt Harm haar nog wel eens tegen.
Op 1 januari 1950 telde Leerdam 10.239 inwoners, de oppervlakte van de gemeente Leerdam was toen 1780 hectare (uit Wegwijs 1973).
--------------------------------------------------------------------------------
Berichten uit 1948
27 augustus Leerdam Koninginnefeest
Men verzocht ons mede te delen dat de jeugd bij het versieren van hun fietsen, wagens, enz. voor het bloemencorso niet uitsluitend levende bloemen behoeft de gebruiken.
14 september Leerbroek
Woensdag j.l. behaalden de merries Ebinina van dhr. H. Hoeke en Dareline van dhr. A. Schiffart te Utrecht een 4den prijs in de afd. tweespannen premiemerries voor boerenwagens.
21 september Leerdam
Naar we vernemen is de voorgenomen fusie tusschen de beide plaatselijke voetbalvereenigingen niet tot stand gekomen. Het initiatief-comité heeft haar pogingen gestaakt.
28 september Kedichem
Bij het halen van een paard met veulen uit de weide aan den Achterdijk, kreeg van W., die achter het veulen reed, daarvan zoo'n trap tegen zijn hoofd, dat hij direct naar het ziekenhuis te Gorinchem vervoerd moest worden. Gelukkig kon hij, na door dr. Hiemstra geholpen te zijn, weer naar zijn woning vervoerd worden.