Vlak voor de geboorte van Coba, de eerste baby van Ria en Harm, verhuisde de moeder van Ria (oma) in mei 1947 naar het hofje van Van Aerden. Zij kwam uit de familie van de stichteres Maria van Aerden-Ponderus en mocht dus op het hofje wonen. In die tijd waren de heer en mevrouw Romijn de binnenvader en -moeder. Ja, je zult zelf zo rond de 50 zijn en dochters van 70 en 80 jaar in je zogenaamde familie hebben.
Oma ging rechts van de koepel (westzijde dus) wonen. Dat gaf natuurlijk een hele verandering. Het huisje moest schoongemaakt worden. En u weet hoe dat gaat, schilderen, witten, enzovoort. Het woninkje bestond uit een gang, kamertje met bedstede, een piepklein keukentje (met gas en water) en een toilet (zo'n ouderwetse plé met houten deksel). De vloeren bestonden uit grauwe, blauwachtige tegeltjes. De oude, nog goede stukken balatum, uit de vorige woning, werden pasgemaakt voor de zijkanten van de woonkamer. De rest zag men toch niet, die werd opgevuld met oude kranten, want daar lag het vloerkleed over. De meubeltjes erin, het mantelkacheltje voor de schoorsteen en het zag er knap uit.
In die jaren woonden er onder meer de volgende bejaarde dames: Visser, Sprong, De Weerd, Van Otterloo, Teuling, De Jong, Galijn en Goedegebuure. Later kwam daar tante Ger uit Schiedam nog bij; ze was een ver familielid van oma en heette Verhaar.
'Ermoei'
De binnenvader en -moeder woonden met hun gezin aan de rechterkant van de ingang (nu raadszaal). Links was de zogenaamde gang, met drie woninkjes, waarvan er een uitkeek op de Kerkstraat. Tevens was er nog een gezamenlijk toilet (plé met houten deksel). Deze dames woonden zogenaamd 'op de gang'. De gehele linkerzijde is nu de trouwzaal.
Oma maakte naast haar gasstel ook nog gebruik van een paar oliestellen. Daar kon ze zo lekker peren op stoven en het stukje 'ermoei' (vlees) op laten sudderen. En bovendien was het goedkoper dan gas.
Voor het stoken van het kacheltje in de kamer werden de kolen, turf en dergelijke op zolder opgeslagen. Later veranderde dat en kreeg iedere bewoonster een kolenhok, in de ruimte naast oma's huisje. De tuin was verdeeld in net zoveel stukjes als er bewoonsters waren. De tuintjes waren afgezet met stokjes en touwtjes. Harm spitte in het voorjaar oma's tuintje om en pootte er plantjes in, oma hield dan de rest van het jaar met behulp van de kolenschop het spul op orde. 's Winters maakte men ook nog gebruik van het tuintje. Dan werd 's morgens eerst het kacheltje leeggemaakt en dan werden de nog bruikbare stukjes kolen uitgezeefd in het tuintje. Waarna het kacheltje weer werd aangemaakt. 's Winters een koud bestek.
Jan Smal, een schoonzoon van oma, werkte op de houtzagerij, hij was de man die voor aanmaakhout zorgde. En was men 's avonds op visite, dan kwam men niet weg voordat de kolenkit was gevuld. Aan de andere zijde van de koepel (oostzijde) bevond zich het klophok. Daar was een zogenaamde klopzaal. Iedere week moest het vloerkleed worden geklopt en dat mocht alléén in het klophok. Iedere week kwam er een dochter of schoondochter en dan was het kloppen geblazen, natuurlijk met de mattenklopper. Een onmisbaar stuk huishoudelijk gereedschap.
Hangkast
Slapen deed oma boven, dus niet in de bedstede, die werd alléén gebruikt bij ziekte. Normaal was de bedstede ingericht als hangkast, verder werd er van alles in bewaard en opgeslagen: aardappels, wortelen, uien, enzovoort. Dagelijks kwamen de groenteboer, slager en bakker op het hofje. Maar oma deed zelf haar boodschappen, tenminste zolang ze het nog kon. De enige klacht was: "'t Is maar een somber huisje, je ziet nooit geen straaltje zon binnen."
Oma bezocht iedere week haar kinderen in de omgeving. Zo ging ze één dag in de week naar haar oudste dochter, die getrouwd was met Jan Smal, in Asperen. Een dag thuis en de volgende dag naar haar zoon Bert en zijn vrouw op Schaik. Meestal op woensdag ging ze naar de Rooiepannenbuurt naar Ria en Harm. En dat alles ging lopende, 'met de benenwagen', zoals men dat vroeger noemde. Maar er was één probleem: 's avonds om tien uur ging de deur naar de Kerkstraat op slot en werd de volgende morgen weer ontsloten. Dus altijd voor tien uur 's avonds binnen. Maar overal zijn uitzonderingen, ook hier. Men kon een afspraak maken met de binnenvader over de tijd van thuiskomst. Men luidde dan de trekbel en vader deed open. Of men kreeg een sleutel, nou ja een sleutel, het was meer een stuk gereedschap om de deur te openen. En men had zo'n zelfde sleutel in het handtasje van de eigen woning. Men wist dus wat men te dragen had.
De klacht bleef: "Het is maar een donker huisje, weinig zon." En op een goede of kwade dag kwam oma met nieuws: "Ik ga verhuizen, ja, helemaal naar de andere hoek. Lekker in de zon." En zo gebeurde het en het zou niet de laatste keer zijn.
--------------------------------------------------------------------------------
Krantenberichten uit 'De Gecombineerde' van 1947
Kaas duurder
De maximumprijzen van korstloze en smeerkaas zijn met ingang van maandag verhoogd. De volvette kaas zal nu f 2,- kosten in plaats van f 1,95. 40+ wordt een dubbeltje per kilogram duurder.
De prijs van volvette smeerkaas is van f 1,80 tot f 2,- per kilogram verhoogd en de 40+ van f 1,65 tot f 1,90.
11 Januari, Feestelijke opening spoorbrug bij Zaltbommel
Vrijdagmorgen werd onder groote belangstelling de spoorbrug bij Zaltbommel geopend. Er hing een dichte mist toen een versierde Diesel de verschillende autoriteiten uit Utrecht naar de plaats van de opening bracht. Ir. de Hollander, president van de Nederlandsche Spoorwegen, sprak een openingswoord. Daarna wandelden de autoriteiten over de pas geopende brug, waarna de versierde Diesel ook over de brug reed.
Leerdam, 1 april, Uit de Gemeenteraad: 48 nieuwe woningen
Ingediend is het nieuwe bouwplan van Patrimonium tot den bouw van 48 arbeiderswoningen achter de Groen van Prinstererschool. B en W stellen voor om de nodige medewerking te verlenen.