Na enige dagen kwamen er geen Amerikaanse soldaten meer naar de oevers van de Ruhr. Andere eenheden hadden een omtrekkende beweging gemaakt en de Duitse soldaten werden met de handen in de hoogte afgevoerd. Dat was een hele opluchting. Na een langdurig verblijf bij de familie Heymann in Langschede, waar Leo en Harm uitstekend werden verzorgd, meldden zij zich weer aan het verzamellager in Fröndenberg. Het Lager was bevolkt met westerlingen uit Nederland, België en Frankrijk. Het eten bestond uit chocolade, biscuit, koffiebonen, enzovoort. Wanneer men koffiebonen kreeg werd er bij gezegd: "Ga die maar ruilen bij de bevolking, want die zijn er gek op." En dat lukte altijd, de bevolking was wel bang voor de 'Ausländer', maar zij waren ook gek op echte 'Kaffeebonen'.
Het Lager werd nog bewaakt, maar nu kan men er vrij in en uit. Het was prachtig weer in april en mei. Vrijwel de gehele dag zat of lag men buiten in een aangrenzende boomgaard of op een stuk grasland. Slapen deed men in de barakken, op stro langs de wanden. Maar er was één probleem of eigenlijk twee; het stikte er van de luizen en vrouwen en mannen sliepen door elkaar. Aan dat laatste maakten de Amerikanen op verzoek van verschillende medebewoners een einde. Er werd een barak voor de mannen en een voor de vrouwen ingericht (met stro).
Op een zondag begin mei kwam er een Amerikaanse officier met de mededeling: "Morgen gaan een paar legerwagens naar Münster en daar kunnen wat Nederlanders mee meerijden." De volgende dag werd een aantal Nederlanders, waaronder Harm, plus wat schamele bezittingen op de legerwagens geladen. Het was half staan en half zitten en er zaten veel te veel mensen op de wagen. Maar daar maalde geen mens om, het ging de goede kant uit, naar het westen.
Luid zingend ging het door totaal verwoeste dorpen en steden, richting Münster. Overal op het puin en de huizen en gebouwen die nog intact waren, wapperden witte vlaggen. In Münster gingen ze naar een groot opvanglager. Honderden dwangarbeiders, maar ook mensen uit concentratiekampen (herkenbaar aan de gestreepte kleding), stonden in lange rijen.
Eerst achter aansluiten voor ontsmetting. En dat ging als volgt: gulp open, DDT-spuit erin, borst bloot, DDT-spuit erin, idem onder de oksels en in de haren. Daarna kreeg men wat te eten en aansluiten achter een volgende rij.
In een grote legertent zaten geüniformeerde Nederlanders aan tafeltjes, twee man per tafeltje. Daar werd men ingeschreven en werd de bagage doorzocht. Bij Harm werd een passerdoos en twee driehoeken gevonden, maar daar werd niets van gezegd. Maar bij anderen werden heel wat spullen in beslag genomen die men niet mocht meenemen.
Men was overigens nu geen dwangarbeider meer maar 'repatriant'. Daarna moesten ze met papieren naar een ander tafeltje. Daar werd Harm politiek getest, zoals dat heet. Naam, voornaam, hoe kwam je in Duitsland, ben je lid van de NSB, bij de SS geweest en ga zo maar door. Nu is Walt een Duitse naam, dus moest Harm ook nog lichamelijk worden onderzocht. Maar zover kwam het niet. Een paar Leerdammers bemoeiden zich met het geval en wisten de verhoorders te overtuigen 'dat er met Harm niets mis was'.
Wordt vervolgd...
--------------------------------------------------------------------------------
Berichten uit 1945
6 januari
Gevraagd de verblijfplaats van J.M. Molenaar, Rijksambtenaar te Elst bij Arnhem, diens vrouw en tien kinderen door A.J. Molenaar, Achter de Kerk te Leerdam.
De heer A.B.C. van Zon, Broekseweg te Meerkerk, wil graag inlichtingen ontvangen omtrent zijn schoonzoon Ir. E.A. IJzerman en zijn gezin, wonende te Eindhoven, Leenderweg.
W.E. Homburg, hulpprediker, geëvacueerd te Geldermalsen, Herman Kuijkstraat wenscht ingelicht te worden over het lot en de tegenwoordige verblijfplaats van de meisjes en het personeel van de Heldringstichting te Zetten.
Door de familie N. van Lavieren, Ruyterstraat te Leerdam, wordt de verblijfplaats gezocht van de familie R.H. van Dodeweerd, laatstgewoond hebbende te Zopelen op het kasteel en die o.a. evacueerde naar Kesteren en vandaar naar Zoelen.
13 januari, Leerdam
De politie heeft een aantal waarschuwingen uitgereikt aan personen die zich in den verboden tijd in de open lucht ophielden.
13 januari, Hoornaar
Ten nadeele van J. van den D. zijn twee konijnen gestolen. A.B. vermist een gans.
20 januari, Asperen, Overval op distributiekantoor
Donderdag voormiddag is door drie gewapende en gemaskerde mannen een overval gepleegd op café Den Toom waar de nieuwe distributienoodkaarten werden uitgereikt. De op hun kaarten wachtende menschen werden met wapens in bedwang gehouden en het gelukte den overvallers een deel der distributiebescheiden, ongeveer 200 kaarten, mee te nemen.
3 februari, Aangifte bij de politie Leerdam
De heer D. Schaay deed aangifte van het stelen van een geit welke gestald stond in een schuurtje achter het kerkhof.
De heer Planken uit de Tiendweg miste zes mud aardappelen.
Een koe werd in beslag genomen bij E. v.d. L., die hij in samenwerking met de J. geslacht had. Het vleesch kwam aan de Cntr. keuken. Een tweede koebeest kwam ook aan de Cntr. keuken en was gearresteerd bij slager P. uit de Meent die ook zelf meegenomen is en nu in het bekende hokje zit.
Granen en Peulvruchten
Met ingang van heden is iedere verkoop, ontvangst, aflevering en vervoer van granen en peulvruchten, zoowel gedorst als ongedorst verboden. Vervoersbewijzen kunnen worden aangevraagd bij de P.B.H. Bij overtreding volgt proces-verbaal en inbeslagname.
15 februari, Noordeloos
Hier is aan behoeftigen hout verstrekt. Ook is het de bedoeling klompen te distribueren.