Inmiddels had Harm de lagere school doorlopen. Hij was een middelmatige - meer matig dan middel - leerling. In 1936 zat hij voor de tweede keer in klas 1A van de ULO. Hij had maar één wens en dat was zo spoedig mogelijk van school. Maar dat was niet zo eenvoudig. Tot zijn veertiende jaar was hij leerplichtig. Voor de ambachtschool in Gorinchem was hij inmiddels te oud geworden. Er zat niets anders op dan op school te blijven en er tegenaan; huiswerk op tijd maken en er veel meer tijd aan besteden.
Harms vader was al een paar keer bij het Hoofd der School (HDS) geweest. En het was telkens weer hetzelfde liedje: "Hij kan het wel, maar hij besteedt veel te weinig tijd aan zijn huiswerk." En dan ging het weer een poosje redelijk goed. Iedere avond werd er dan gevraagd: "Heb je je huiswerk al klaar? Zo niet, dan ga je niet zwemmen en niet naar de zangclub." Maar daarna verslapte de controle. En dan zei men nog: "Je bent maar een keer jong en daar moet je van genieten." Het ergste vond Harm dat hij iets moest leren, dat hij niet snapte. Hoe kan je dat dan leren?
Eindelijk kwam de dag dat het HDS tegen pa zei: "Haal die jongen maar van school. En probeer hem hier of daar in de leer te doen. Leren doet hij niet en hij zit op school tot grote ergernis van het onderwijzend personeel en zichzelf." De boeken werden ingeleverd. Het HDS gaf Harm een hand en wenste hem succes. Harm stamelde nog enige woorden van dank en werd zoals dat heet 'schoolverlater'.
"Je gaat je maandag maar melden op het gemeentehuis, dan wordt je ingeschreven als werkloos. Ik werk, dus een uitkering krijg je toch niet," zei pa. 's Maandags meldde Harm zich op het gemeentehuis. Dat stelde niets voor: naam, adres, geboortedatum, enzovoort. "Het is in orde," zei de ambtenaar en Harm kon gaan. Zo, dat was een leven, voetballen op het Oevertje, figuurzagen in de schuur, zwemmen, fietsen. En z'n moeder in de weg lopen. Maar dat duurde maar kort. Er kwam een man van het gemeentehuis met de volgende mededeling: "Je wordt vrijdagmiddag om half drie op Sociale Zaken verwacht. In het houten gebouw achter het gemeentehuis. Maar je moet je eerst melden bij de bode." De bode bleek dezelfde man die de mededeling had gedaan. "O ja," zei de bode, "jij bent dat jochie van Walt. Kijk die deur daar in het houten gebouw, daar zit meneer De Jong en die wil jou spreken." Harm bedacht toen dat van school af zijn ook niet alles is. Om een lang verhaal kort te maken: Harm kreeg te horen dat hij zich op maandagmorgen om negen uur moest melden bij de Centrale Werkplaats voor jongere werklozen op de Lingedijk in de voormalige Glasfabriek De Hoop. Harm kreeg een brief mee. Moeder was blij toen Harm dat thuis vertelde: "Dan ben je in ieder geval van de straat en loop je mij niet meer voor de voeten." Daarna werden het nog een paar spannende dagen, alsof het nooit maandag werd.
Die maandag dus naar de Centrale Werkplaats in De Hoop aan de Lingedijk. Via een brug kwam men in een ruimte met een portiersloge. Tot zijn stomme verbazing zag Harm vele bekende gezichten, zoals de broers Gerrit en Eli, en Hannes, Co, Nico en ga zo maar door. Co bracht hem bij de directeur, de heer Smit. Harm overhandigde de brief van de gemeente. Na lezing van de brief zei de directeur: "Timmerlieden en bankwerkers zijn er genoeg. Het lijkt mij het beste dat jij leerling schilder wordt. Je krijgt vijftig cent zakgeld per week. Veel succes." Harm werd naar de schilderswerkplaats gebracht en maakte kennis met een echte schilder, ook een werkloze, maar volgens Harm geen jeugdige. In de werkplaats stonden een paar schoolbanken die geschilderd moesten worden. "Kijk, dat doe je zo," zei de schilder. "Eerst alle losse verf verwijderen, schuren, plamuren, enzovoort, maar zorg wel dat alles stofvrij blijft." Zo werd de leerling Harm geboren, die zelf niet stofvrij bleef.
Na drie maanden trad Harm in dienst van een schilder in Brakel, waar hij drie dagen als leerling schilder werkte. Daarna ging hij naar huis, het was hem veel te stil in dat dorp. "Naar huis en weer langs de deuren lopen is er niet bij," zei pa. Na ongeveer vier maanden weg te zijn geweest van school, zat Harm weer op de ULO. "En nu beter dan de vorige keer, hoor." zei het Hoofd der School.
--------------------------------------------------------------------------------
Berichten uit 1937
In verband met het huwelijk van de Prinses op donderdag 7 januari 1937 is door de burgemeester voor deze gelegenheid het sluitingsuur voor alle café's bepaald op een uur 's nachts.
Vrijdag was een groot getal bezoekers van het Chr. Ontspanningsgebouw 'Maranatha' in de zaal verenigd, om de verjaardag van ds. J. Enkelaar, voorzitter van het Chr. comité voor ontwikkeling en ontspanning voor werklozen, niet onopgemerkt voorbij te laten gaan.
Maandagmiddag demonstreerde de heer Kranenburg uit Culemborg, alhier met een door de gemeente Wouw aan zijn firma bestelde brandspuit. Het witte gevaarte, blinkend van koperen kranen en gemonteerd op een Ford V8-chassis had veel bekijks. Naar we vernemen ligt het wel in de bedoeling een soortgelijke autospuit (zitplaatsen voor de bemanning naar binnen gebouwd) aan te schaffen.
Zondagmiddag 2 mei hield de eerwaarde heer D. Rustige voor een groot aantal toehoorders een afscheidsrede in het gebouw TAVENU. Zijn eerwaarde had het beroep, dat hij enige weken geleden kreeg, als predikant der Vrije Gereformeerde Gemeente te Hierden (Gelderland) aangenomen.